Rattenziekte, ook wel leptospirose genoemd wordt veroorzaakt door een infectie met een bacterie Leptospira.
Klinische klachten van leptospirose worden vaak gezien bij de hond maar zijn zeldzaam bij de kat.
Besmette dieren scheiden de leptospiren uit in de omgeving via hun urine, waarna de bacteriën maanden kunnen overleven in water of op vochtige grond. Zogenaamde reservoirdieren (dieren die wel geïnfecteerd worden met de bacterie o.a. via het drinken van besmet water of eten van besmet gras, maar er niet ziek van worden en de bacterie wel uitscheiden) zijn verantwoordelijk voor de verspreiding van de leptospiren. Vele dieren zijn hiervoor verantwoordelijk maar voornamelijk kleine knaagdieren waaronder de rat en ook egels, katten en zelfs herkauwers.
Leptospirose is een multi-systemische ziekte die vooral de lever en de nieren aantast maar ook andere organen zoals de milt, pancreas, hartspier kunnen aangetast worden. De ziekte kan leiden tot erge orgaanschade die zelfs sterfte kan veroorzaken.
Vermits rattenziekte een zoönose is (dit wil zeggen dat de ziekte via een besmet huisdier kan overgaan op de mens), is het zeer belangrijk om preventief op te treden tegen deze ziekte.
Er zijn verschillende stammen van leptospiren en sinds 2015 zijn er in België vaccins op de markt die je hond beschermen tegen 4 stammen van leptospiren waar er voordien enkel vaccins beschikbaar waren waarin 2 stammen verwerkt werden.
Vermits in Brugge veel waterwegen zijn en er bij water vaak ook ratten voorkomen vinden wij als praktijk het voor zowel de hond als voor zijn eigenaar belangrijk om goed te vaccineren. Het eerste jaar dat je hond met het nieuwere vaccin wordt beschermd moeten 2 injecties gegeven worden met 3 weken tussentijd.
Jaarlijkse hervaccinatie is noodzakelijk om een goede bescherming van je dier te garanderen.
Vermits leptospirose bij de kat geen klinische klachten veroorzaakt is er op dit moment nog geen vaccin beschikbaar voor de kat. Verder onderzoek zal in de toekomst moeten uitwijzen of vaccinatie van de kat zal aangeraden worden om te vermijden dat de kat zijn eigenaar kan besmetten.